E. cuniculi (Encephalitozoon cuniculi) E. cuniculi is een ziekte bij het konijn die veroorzaakt wordt door de protozo E. cuniculi. Een protozo is een kleine ziekteverwekker, iets groter dan een bacterie, en is niet met het blote oog te zien. De kiem tast zenuwcellen van de hersenen, het evenwichtsorgaan en het ruggenmerg aan, evenals zenuwcellen van de blaas.

Wat zijn de symptomen van E. cuniculi?
De symptomen zijn vooral van neurologische aard:

  • scheve kop
  • afvallen zonder aanwijsbare oorzaak (bolle ruggegraat en daarlangs ingevallen)
  • tollen om lengte-as
  • trillen van de oogbollen (nystagmus)
  • wolkje in de ogen, oogaandoeningen
  • epileptische aanvallen
  • slappe of verlamde achterpoten / achterhand
  • coördinatieproblemen (ataxie)
  • veel drinken en urine incontinentie / urinebrand/overloop blaas (blaasverlamming)
  • nierschade

Hoe raakt een konijn besmet met E. cuniculi?
Besmetting van het ene naar het andere konijn vindt plaats via de urine of in de baarmoeder van voedster naar ongeboren vrucht. Konijnen kunnen latent geïnfecteerd zijn en geen klachten vertonen. Wanneer deze dieren een periode van verminderde weerstand doormaken (zoals stress bij verhuizing of introductie van nieuw konijn) kunnen er klinische klachten optreden. Op welke leeftijd komt E. cuniculi voor? Het lijkt erop dat E. cuniculi vaker voorkomt bij oudere konijnen dan bij jonge konijntjes.

Soms kan de eigenaar in de voorafgaande periode stressmomenten noemen.

Is E. cuniculi besmettelijk voor de mens?
In principe is E. cuniclui een zoonose. Dat wil zeggen dat de infectie van het konijn overdraagbaar is naar de mens. Tot dit moment is echter de infectie met E. cuniculi alleen aangetoond bij mensen met een verminderde weerstand ten gevolge van AIDS.

Hoe diagnosticeren we een infectie met E. cuniculi?
Meestal kunnen we op de klinische klachten en het verhaal van de eigenaar een waarschijnlijkheidsdiagnose stellen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om bloed van het konijn te onderzoeken op antilichamen tegen E. cuniculi.\

Hoe behandelen we een konijn met E. cuniculi?
De behandeling bestaat uit het toedienen van Panacur (fenbendazol, helpt het lichaam de protozo te bestrijden) gedurende 4 -( 6) weken en het toedienen van ontstekingsremmers (Dexamenthason 3 dagen en daarna Meloxicam (Metacam/Novacam), antibiotica, vitamine B en eventueel medicijnen tegen de blaasverlamming. Behandeling is zeker niet altijd succesvol en ook na langdurige toediening van medicatie is het resultaat soms erg teleurstellend.

De behandeling van E. cuniculi met fenbendazol We behandelen de konijnen met diverse medicijnen, naar ons idee is de belangrijkste Fenbendazol (= Panacur). We doseren gedurende 2 weken 2x de normale dosis die in de literatuur naar voren komt. Namelijk een dosering van 2x daags 20 mg/kg LG gedurende 2 weken en daarna 2x daags 10 mg/kg LG gedurende 2 – 3 maanden. Panacur suspensie = 25 mg per ml –> 2,5% = 0,8 ml per kilo konijn 1 x / 24 uur = 20 mg per KL(kilo lichaamsgewicht) 6 kilo = 4,8ml

Wat doet fenbendazol met E. cuniculi?
Fenbendazol doodt de parasieten niet maar zorgt dat het lichaam geholpen wordt om de ontstekingsverschijnselen af te remmen die ontstaan op en om de parasiet heen. De reactie van het lichaam op de parasiet wordt als het ware afgeremd, zodat de E. cuniculi symptoomloos wordt. Met andere woorden de parasiet is nog steeds aanwezig, maar het konijn is er niet ziek meer van. Het is van de acute fase terug in de latente fase gekomen.

Dit impliceert dus dat de ziekteverschijnselen weer de kop kunnen opsteken bij periodes van stress, ziekte of andere oorzaken van verminderde weerstand. Indien er een terugval is adviseren we om het konijn weer te behandelen. In erg heftige gevallen laten we 4x per jaar het konijn preventief behandelen en bij periodes van stress nog eens een kaar extra (nu steeds een behandeling van 2 weken). Deze extra behandelingen worden ook in Engeland geadviseerd, door Intervet en konijnendierenarts Harcourt-Brown.

Behandel ook de hokgenoot Omdat E. cuniculi besmettelijk is adviseren we ook om konijnen in hetzelfde hok gedurende 2 weken met 2x daags 10 mg/kg LG te behandelen. Omdat je niet zeker weet of het besmette konijn op dat moment actief parasieten aan het uitscheiden is.